Als opvolger van een kapel die in 1145 werd vermeld en aan de heilige Gertrude was gewijd, werd de kerk in 1602 herbouwd dankzij de verkoop van gemeenschappelijke goederen. De kerk werd gemoderniseerd in de 18e eeuw, het koor en het noordelijke deel werden gerestaureerd in 1913 door de architect E. Burguet. In 1803 werd het een parochiekerk en kreeg het de naam Saint-Roch.
Het heiligdom ligt te midden van een ommuurde begraafplaats waar een reeks oude kruisen de toegang omlijsten, en is gemaakt van zandsteenpuin met kalksteen. Een westelijke toren, die vroeger een uitbouw vormde, wordt voorafgegaan door drie beuken van elk drie traveeën, eindigend in een slank gotisch koor. De massieve toren en het slanke gotische koor dateren waarschijnlijk uit de 15e eeuw.
Het interieur van de kerk bestaat uit een geheel van houtwerk, van 1736 tot 1740, gemaakt door Noël Henrard, waaronder het hoofd- en zijaltaar, de communiebank, de preekstoel, de biechtstoelen, de koorbetimmeringen, het doksaal, het koorgestoelte, de banken en de nis voor het beeld van de heilige Gertrude.
Er is ook een 18e-eeuws doopvont van Limburgs marmer, een gotische theotheek met een sokkel met het wapen van Bourgondië uit de 15e eeuw, het beeld van de heilige Gertrude van Nijvel uit de 18e eeuw dat wordt aangeroepen tegen knaagdieren, en talrijke grafkruisen uit het einde van de 15e eeuw.
Niet ver van de kerk ligt de oude pastorie, die nu behoort tot de school van Bilstain, en een in 1792 gerestaureerde waterput.