Pompen en putten
Voor een vesting als Limburg, ingesloten binnen haar muren en blootgesteld aan talrijke belegeringen, is de voedselbevoorrading altijd zeer belangrijk geweest. Voor zowel de bevolking, het garnizoen als de veestapel was de watervoorziening van cruciaal belang. Omdat bronnen en fonteinen ver weg waren, waren putten de meest efficiënte oplossing. De vesting was gelegen op een schistige maar vochtige rotspunt, en men begon moedig met het omspitten van de Limburgse grond. Maar het waterpeil was soms diep. Militairen en bourgeoisie werden als eersten bediend. Veel huizen waren voorzien van waterputten, die ze nu nog steeds hebben, in de kelder. Pompen, waterputten en fonteinen sieren de straten van het voormalige bolwerk nog steeds, als trotse getuigen van dit soms moeilijke verleden.